Ken je dat? Begin je met veel zin aan iets nieuws, slaat al gauw de paniek toe. Ik wel. De afgelopen weken gebeurde het in de voorbereidingen voor dit blog. Er ging van alles door me heen: Kan ik het wel? Waar zal ik het over hebben?
En als ik dan keer op keer weer iets probeerde, was er steeds weer die innerlijke criticus die er heel goed in was het stukje af te kraken en suggereerde er maar gewoon helemaal mee te stoppen.

Ik sprak mijn zoon erover en hij vroeg: Mam, wat is het ergste wat je kan gebeuren? Ik vond het een rake vraag. Als je online verschijnt kan opeens iedereen iets van je vinden en een mening over je hebben. En dat is eng. Dat ben ik niet gewend, al is dat tegenwoordig de  gewoonste zaak van de wereld. Mensen doen niet anders. Dus ach, laat ik het ook proberen. Húp, het diepe in en gewoon gaan!

VOGELS
Vandaag houd ik het bij het thema angst. Ik ben bang voor vogels, voor vogels in huis wel te verstaan. Buiten, geen probleem. Ik vind het bijvoorbeeld heerlijk om naar ze te luisteren. Een merel op een vroege lenteochtend, als de schuifdeur open staat en ik zijn lied hoor, beantwoord door een andere merel in de verte. Dat is genieten.

Maar vogels binnen, doodeng. En dat is al meer dan eens gebeurd. De duif die vorige zomer op mijn keukenvloer neerstreek en die toen ik hem probeerde weg te jagen juist verder het huis in vloog. Hij kwam achter en onder de televisiekast terecht, tussen de verzamelde snoeren. Ik moest al mijn moed bijeenrapen om voorzichtig de zich aldaar bevindende deur naar buiten te openen. En met de haastig erbij gepakte Swiffer het beest naar buiten te dirigeren.

Elk voorjaar span ik muggengaas voor een klapraampje. Verschillende keren moeten kleine vogeltjes gedacht hebben een plekje gevonden te hebben om zich te nestelen. Dan kwam ik thuis en fladderde er zo'n beestje rond. Botsend tegen de ramen.

En nu zat ik laatst aan mijn keukentafel. Knalt er een vogel tegen het schuifdeur. Ook dat heb ik vaker meegemaakt, ondanks de stickers die ik ter waarschuwing op het raam heb geplakt. Ze vliegen dan, na grote schrik, en hun kopje te hebben geschud, tot mijn opluchting meestal weer weg.
Maar nu niet. Een knal, een beetje spartelen nog, toen niks meer. Ik zag dat het een roodborstje was. Wat erg en zonde en wat nu? Meteen dacht ik aan een vriendin die in het bezit is van wat opgezette vogels, maar zij had al een roodborstje. “Verpak hem goed in plastic”, zei ze, “en leg hem in de vriezer”.

Met mijn ogen toegeknepen en mijn adem ingehouden heb ik dat gedaan en belandde het dier, goed verpakt in plastic én papier, naast het ingevroren brood. Helaas heb ik niemand gevonden die belangstelling had voor een opgezet roodborstje. Ik heb het beestje moeten afvoeren. Verdrietig, maar ook een hele opluchting toen ik hem kwijt was.

Inmiddels heb ik de ijskast uitgebreid gesopt. Maar de ramen zal ik minder wassen, want hoe viezer ze zijn, hoe minder een gevaar voor de vogels.

Groet,



Wil je reageren? Dat kan. Je kunt Dasya bereiken op dasya@stadsdorpwesterpark.nl

Alle blogs zijn hier terug te lezen.