Afgelopen donderdag was ik in een supermarkt. Om ondermeer soda aan te schaffen. Nergens kan ik het product vinden. Verderop staat een jonge vrouw met een verbeten gezicht kattenvoerblikjes uit te pakken. Haar gezicht staat op onweer neem ik waar, een diepe rimpel tussen de wenkbrauwen en haar mondhoeken wijzen naar beneden. Ik meen spanning in haar schouders te zien. Ik denk nog, die zal ik maar niet storen. 

Ik kan het best zelf vinden, met mijn veel te grote kar baan ik me opnieuw een weg tussen de andere karren. Soda moet bij de wasmiddelen staan, toch? Elke (af)wasmiddelenplank van links naar rechts van boven naar beneden bekeken, nergens soda te bekennen. Ik ga in haar blikveld staan en richt een vragende blik op haar. Ze reageert niet.

Haar gelaatsuitdrukking is onveranderd. Ze heeft vast ruzie met haar huisgenoot, denk ik, of heeft net een heel slecht nieuwsgesprek gehad. Wij vrouwen onder elkaar bedenk ik. Ik ga haar een hart onder de riem steken. Afgezien van de caissière zie ik geen ander personeel.

Dus loop ik op haar af met de zin in m’n hoofd; „Je hebt het zwaar zie ik aan je”. of iets dergelijks, want ik twijfel toch een beetje. Tegen de tijd dat ik weer naast haar sta en zij een blik op mij werpt deins ik achteruit, frons en mondhoeken tekenen nog steeds haar gezicht.

M’n speurtocht zet ikzelf wel voort, zeg ik tegen mezelf, tenslotte ben ik een volwassen, zelfstandige en onafhankelijke vrouw en heb toch niet voor elk wissewasje hulp nodig? Ik ervaar dat ik nu, ondanks m’n voornemen, toch een lichte irritatie begin te voelen, een verbeten trekje begint zich om m’n mond af te tekenen ervaar ik.

Ik kom met m’n wielen van de kar vast te zitten in de wielen van een andere klant, ik trek de kar iets te hard los. „Excuus” zegt de ander klant. Voor een laatste keer glijden mijn ogen langs de schappen, dan stap ik dapper op de vakkenvulster af en vraag haar naar:” Waar kan ik soda vinden?”.

Ze loopt mee, bukt zich diep en haalt vanonder een rek de laatste zak soda te voorschijn. Ze reikt mij de zak aan, met een ”alstublieft” overhandigt zij mij het gevraagde en glimlacht. 



Wil je reageren? Dat kan. Je kunt Constance bereiken op
 
constancevarekamp@stadsdorpwesterpark.nl

Alle blogs zijn hier terug te lezen.