Het gebeurde op mijn eerste werkdag bij boekhandel Scheltema. Het kantoor en de winkel lagen toen nog midden in de stad, om de hoek bij het Begijnhof. Ik zette mijn fiets in de steeg achter het gebouw, trok mijn jasje recht, kamde mijn haar en wilde door de personeelsuitgang naar binnen gaan toen flats…een duif op mijn hoofd scheet. Kalkachtige witte poep droop over mijn haren mijn nek in. Sh…t dacht ik en maakte het zo goed als het kon schoon met een papieren zakdoekje.  Vanaf dat moment kan ik duiven wel schieten want hoewel de nieuwe collega’s zich rot lachten, voelde het beginnen bij een nieuwe baan met besmeurd hoofd toch niet zo lekker.


Ook bij ons in het Westerpark stikt het inmiddels van de duiven. Ze fladderen in de bomen, krioelen op de wandelboulevard voor de Kostverlorenvaart, landen op de balkons en laatst lag er één dood naast een plantenbak. Zielig maar c’est la vie, zou mijn vader gezegd hebben.

 

Nu is het natuurlijk zo dat uitsluitend de zwakste duiven naar de binnenstad komen, de sterke, gezonde beestjes blijven lekker in de buitenwijken waar ze nog moeten jagen op hun voedsel. Maar jagen is een hard gelag als je als duif nog hartstikke jong bent, of oud of ziek en daarom vliegen ze naar de stad waar het eten letterlijk voor het oprapen ligt; gemorst patatje op de stoep bij de patatboer, restje gekookte aardappelen aan de kade, uit het raam geworpen stukken brood en op balkonnetjes en dakterrassen vergeten eetwaar.


Ook ‘onze’ stadsdorpduiven eten alles en storen zich daarbij aan niets of niemand. Hooguit fladderen ze een keer op voor een hond die hen belaagt.

Nu horen duiven natuurlijk bij Amsterdam zoals Johnny Jordaan bij de Jordaan maar je kunt wel stellen dat Johnny leuker en schoner was dan de duiven die alles onder poepen (één duif poept wel veertien kilo per jaar). Bovendien stinkt duivenpoep en het tast verf en steensoorten aan.

Daarbij zijn duiven vliegende bacteriëndragers. Dachten mensen vroeger nog dat een koerend duifje in een kooitje goed was tegen netel- of gordelroos, tegenwoordig weten we dat de bacteriën die ze verspreiden juist ziektes veroorzaken. De papegaaienziekte bijvoorbeeld kan gepaard gaan met longontsteking, griepverschijnselen en heftige hoofdpijn. Daar ben je dan mooi klaar mee! Redenen genoeg om ervoor te zorgen dat er geen voedsel te vinden is voor duiven en hen redenen te geven om te emigreren! Als we dat dan ook tegen de buren in andere stadsdorpen zeggen, vliegen ze misschien vanzelf wel als toeristische attractie naar de Dam of naar een plek buiten de stad. Hoeven wij ook nooit meer bang te zijn voor duivenpoep op ons hoofd. Hoewel… vogelenpoep op je hoofd schijnt wel geluk te brengen.



Wil je reageren op dit blog? Dat kan.

Je kunt hier alle blogs teruglezen.