Na een flinke wandeltocht van de Autobahn diep het Zware Woud kwamen we bij een houten chalet waar ze ‘Eine Gans’ serveerden. We hadden honger en bestelden. Even later prijkte op ons borden een grote witte vetglibberige glimmende plak Gans. En oh wat viel dat tegen, het smaakte net zo als het klinkt: vet, wit, glimmend en glibberig.
Dus nee, gerookte gans is ook niet aan mij besteed.
"Zalm dan?" riep de palingboer die graag wilde verkopen. En ik knikte van ja; een lekkere moot vers gerookte zalm gaat er af en toe wel in. "Doe maar twee mootjes zalm om eens te proberen" bestelde ik zuinig.
Thuis pakte ik de moten met wat lente-uienringetjes, tomaat en venkelzaadjes, peper en wat zout in vetvrij ovenpapier en liet pakketjes op 200 graden langzaam garen in de oven. Na 20 minuten waren ze gaar en het smaakte, ik moet zeggen: voortreffelijk! Wat een zalm, wat een versheid, wat een smaak.
Ik hoop dus van harte dat de palingboer voorbij zal blijven tuffen. En voor een perfect kerstmaal mogen van mij ook de boeren langskomen met karren vol verse groenten zo van het land. Net als de molenaar, wijnboer, slager en de jager.
En hoe leuk zou het zijn als ze hun producten aanprijzen à la de palingboer met leuzen als ‘bieten zo rond als een voetbal’, ‘meel zo wit en zacht als een pak watte’, ‘wijn zo koppig als een olifant’, ‘biefstuk zo zacht als een babybilletje’ of ‘kwartels en fazantjes, daar moet je niet over lullen die moet je lekker vullen’.
Dus ik zeg: smakelijk eten, smakelijker dan smakelijk kan bijna niet en fijne groene kerst, groener dan wit wordt het niet.
Wil je reageren op dit blog? Dat kan.
Je kunt hier alle blogs teruglezen.