Ik ben een stadswandelaar. Voordat u zich een beeld vormt van iemand die met stevige schoenen en van die stokken langs de grachten struint: ik ga heel onopvallend te werk. Op mijn gympen en met normale kleren loop ik in een gemiddeld weekend uren door de stad. Mijn vaste route gaat van het Westerpark via Erasmus en Rembrandt naar het Vondelpark en weer terug. Lopen zorgt voor ruimte in mijn hoofd, en tijdens het wandelen vind ik vanzelf de rust om te genieten van dingen waar ik anders overheen zou kijken. Een mooie gevel, een kunstwerk op straat of een laconiek kijkende kat in een raamkozijn.

U voelt hem aankomen: in deze tijd is mijn hobby niet de meest praktische. Van ons wordt - terecht - gevraagd om ‘zoveel mogelijk’ binnen te blijven. Maar hoewel er voorbeelden zijn van een Chinees die tijdens de lockdown een marathon heeft gerend rond zijn eettafel en een Fransman die dezelfde afstand aflegde op zijn balkon (echt waar), heb ik toch af en toe een rondje echte wereld nodig. Om drukte uit de weg te gaan, vermijd ik sinds kort de geijkte routes of ga ik extra vroeg de deur uit. En dat is eigenlijk heel leuk.

Ik loop door straten waar ik nooit eerder ben geweest, ontdek verborgen pleintjes en weet precies waar je moet zijn om de eerste ochtendzon van de buurt op te vangen. Maar het mooiste is nog wel het contact met voorbijgangers. Waar het normaal gesproken onaardig zou overkomen om met een grote boog om iemand heen te lopen, geldt in deze tijd: hoe ruimer de bocht, hoe hartelijker de begroeting. Vanmiddag liep ik over een zandpad in de groenstrook langs de Haarlemmerweg en kwam een dame met vier honden me tegemoet. Resoluut sprong ik over de narcissen het gras in, waarop ze snel alle vier de riemen in één hand pakte, zodat ze met de andere enthousiast haar duim naar me kon opsteken.



Wil je reageren? Dat kan! Stuur Maaike een mail.